Als de corona pandemie, de overstromingen in Wallonië en Limburg, maar ook het succes van de Belgische atleten in Tokio één iets duidelijk hebben gemaakt, is het wel dat we in ons land niet alleen meer eenheid van commando nodig hebben, maar ook een gedurfde visie voor de toekomst. De nieuwe generatie politici staat voor een unieke gelegenheid om de basis te leggen voor een ambitieus toekomstplan voor België en zijn deelstaten, schrijven Tony Van de Calseyde en Frédéric Amez van B Plus.

Welke lessen trekken uit de voorbije maanden?

Ons land heeft de voorbije weken een emotionele rollercoaster doorgemaakt. Na maandenlang een wereldwijde pandemie op kot te hebben doorstaan en slechts tevoorschijn te zijn gekomen om het hoofd te bieden aan once in a century overstromingen vierden we plots de uitzonderlijke prestaties van Team Belgium in Tokio. Binnenkort pikt de Wetstraat de draad weer op en zal ook de discussie over een toekomstige staatshervorming weer op gang komen. Het is daarom tijd om de voorbije maanden onder de loep te nemen en na te gaan welke lessen we kunnen trekken voor de staatsstructuur die we nodig hebben. Ten eerste hebben wij een efficiënte staatsstructuur nodig die gebaseerd is op een langetermijnvisie wat betreft de aanpak van de grote uitdagingen van de toekomst. We hebben sterke instellingen nodig die in staat zijn natuurrampen en andere, door de mens veroorzaakte catastrofen te voorkomen en te beheersen. Ten tweede, zodra de Belgen hun  vaak kleinzielige verschillen opzij zetten en zich richten op een gemeenschappelijk doel, is er weinig dat dit land niet kan bereiken. We hebben instellingen nodig die samenwerking bevorderen in plaats van bemoeilijken, en die ons in staat stellen alle kansen te grijpen die ons land ons te bieden heeft. Voor de nieuwe, jonge, politieke generatie is dit een unieke kans om hun staatsmanschap te bewijzen en een nieuw hoofdstuk voor de toekomst van ons land te schrijven.

De ploeg van elf miljoen heeft een kapitein nodig, maar ook een project 

Het verschil tussen het politieke debat in de Wetstraat en de realiteit van de Dorpsstraat was de afgelopen maanden frappant. Enerzijds verklaarde de voorzitter van 's lands grootste partij, dat het land op is en vroeg hij ei zo na een Nederlands paspoort aan. Anderzijds brachten miljoenen Belgen een bezoek aan vaccinatiecentra, stelden velen ongeziene sommen geld en tijd ter beschikking om hun landgenoten in nood te steunen, en stond iedereen als één man of vrouw achter Team Belgium dat onze kleuren met verve verdedigde in Tokio. 
Dit land bestaat ondanks zijn instellingen, en soms helaas ook ondanks zijn politici. Het is hoog tijd om de platitudes van België met 4, 4+1, 3+1 of 2+2 te overstijgen en eindelijk de écht cruciale vragen te stellen: wat is onze visie voor de toekomst van het land? Wat kunnen en willen we samen bereiken?
De feiten zijn betrekkelijk simpel: het regent even goed op regio's als op taalgemeenschappen, virussen kennen geen (taal)grenzen, gouden medailles worden behaald door teamwerk en onze institutionele lasagne heeft België er niet van weerhouden de Europese ranglijsten inzake innovatie aan te voeren. Wat er ook gebeurt, we zitten samen in dezelfde boot. Onze politici moeten nu de handen uit de mouwen steken en met een visie komen voor het België van morgen, dat de uitdagingen aankan en de welvaart in stand houdt en blijft creëren voor alle Belgen. In heel België, maar zeker ook in Vlaanderen, de economische motor van ons land, komt een nieuwe generatie politici aan de macht. Of het nu Conner Rousseau, Annelies Verlinden, Alexander De Croo of Petra De Sutter is, allemaal krijgen ze nu een unieke kans om hun stempel te drukken op ons land en onze toekomst.

Samenwerking loont

Deze nieuwe generatie zal het hoofd moeten bieden aan uitdagingen die de Vlamingen, de Walen en de Brusselaars niet aan zich mogen laten voorbijgaan. Van door de klimaatverandering veroorzaakte natuurrampen tot de digitalisering die onze economie op haar grondvesten zal doen daveren, één ding is duidelijk: we hebben een plan nodig. De vorige staatshervormingen, en de huidige Belgische politiek in het algemeen, worden te vaak gedreven door kortzichtig management van de dagelijkse headlines. Er wordt nog steeds teveel tijd verspild aan het opstellen van apothekersrekeningen waarin te lezen staat welke centen bij welke taalgroep terechtkomen. Transparantie is nodig, maar we mogen de cijfers niet laten misbruiken door valse profeten wiens enig doel bestaat in polariseren. We moeten ons daar veel beter tegen wapenen en vooral beseffen wat wij samen kunnen bereiken.
Het gaat er niet om verschillen of verantwoordelijkheden te minimaliseren, maar wel om door de bomen het bos niet uit het oog te verliezen. Al te vaak sluiten Vlaamse beleidsmakers de ogen voor de succesverhalen van Wallonië en Brussel en daarmee voor het toekomstig potentieel van delen van België die veel kunnen bijdragen aan Vlaanderen en België. Het is natuurlijk juist dat zowel Wallonië als Brussel kampen met zeer veel moeilijkheden, en zelfs crisissen. Maar het is vaak tijdens de aanpak daarvan dat nieuwe kansen zich aandienen.  
Hetzelfde geldt voor het zuiden van het land, waar een aantal politici zich nog steeds veel te weinig interesseert in wat er in het noorden des lands gebeurt. Dit doet afbreuk aan een belangrijke les die beleidsmakers kunnen leren van de Belgische Red Lions, de Rode Duivels, en ook van die vele duizenden Belgen die de handen in elkaar sloegen om de slachtoffers van de recente overstromingen te steunen: samen bereiken we veel meer dan elk apart.

Eerst een project, de instellingen volgen wel

Een echte visie en een echt nieuw project voor België om onze toekomst veilig te stellen, ontbreken echter nog in het debat. De toekomstige staatsstructuur zal een belangrijk onderdeel van de discussies vormen, maar het is van cruciaal belang duidelijk aan te geven hoe deze instellingen de uitdagingen van de toekomst zullen aangaan, hoe zij het leven van de Belgen zullen verbeteren.
De laatste weken en maanden hebben ons deze les geleerd: we hebben een federaal systeem nodig dat deelstaten aanmoedigt om in onderlinge samenwerking hun sterktes uit te spelen en dat de middelen, creativiteit en veerkracht van ons land bundelt waar nodig. De Belgen zijn hun politici een stap voor. Die laatsten moeten nu dringend bijbenen: we hebben al teveel tijd verspild.