Tony Van de Calseyde en Tom Zwaenepoel antwoorden in De Morgen op een opiniestuk van Bart Maddens.

In zijn opiniestuk schrijft Bart Maddens dat N-VA “al bij al een vrij bescheiden communautaire prijs” vroeg om uit de politieke impasse te raken.

Nochtans is de in diverse media gelekte lijst van gewenste splitsingen niet min: gezondheidszorg, arbeidsmarktbeleid, justitie, politie, brandweer, binnenlandse veiligheid, mobiliteit… Initieel zou dit worden georganiseerd via een spreiding over enkele federale ministers (voor elke taalbubbel één). Op deze wijze zou een verschillende regelgeving per deelgebied worden voorbereid, met als doel de geesten alvast te laten rijpen, om vervolgens deze splitsingen te verankeren via een grondwetswijziging. Deze zou dan ook de deur openen naar confederalisme.

Net zoals in de voorbije decennia zou deze rist aan splitsingen worden afgekocht met een stevige zak geld. Ook nu viel moeilijk in te zien hoe dit tot een beter bestuur zou leiden en hoe de Belgische burger hier precies beter van zou worden.

Als, bijvoorbeeld, N-VA één van de pleitbezorgers is voor één politiezone voor het Brussels gewest, dan is haar voorstel tot splitsing van justitie, politie en binnenlandse veiligheid toch bijzonder cynisch. Recent maakten enkele jongeren uit Brussel amok in Blankenberge. Als de burgemeester, uitgerekend van N-VA-signatuur, vervolgens met droge ogen oproept dat de federale overheid hier moet ingrijpen, dan kan een mens toch alleen maar vermoeden dat hier sprake moet zijn van een stevige zonneslag? Hoe gaat men dat doen in een confederatie? Via een samenwerkingsakkoord tussen de Brusselse en Vlaamse minister van Justitie? Zal dat de traagheid van het gerechtelijk apparaat oplossen, of de efficiëntie ervan verhogen? Laten we toch even serieus blijven.

Deze stevige communautaire verlanglijst leek verdere stappen naar het einde van België duidelijk te suggereren. Immers, in het verleden werden voorlopige splitsingen ook steeds gevolgd door echte defederaliseringen. En achteraf bleek het politiek niet makkelijk om deze keuze alsnog om te draaien. Vanuit verschillende hoeken werd dan ook kritisch gereageerd, onder meer omdat het communautaire helemaal geen thema was bij de verkiezingen. Inmiddels nam PS-voorzitter Paul Magnette ook al afstand van de uitgelekte plannen. En dat was nodig. Want onder meer de eigen socialistische vakbond zette zich vorige week nog scherp af tegen al te verregaande regionaliseringen uit vrees dat de slagkracht van de werknemers erdoor zou verzwakken.

Zoals Maddens zelf schrijft, is de voorgestelde voorlopige splitsing van het federaal beleid bovendien juridisch wankel. Het gelijkheidsbeginsel laat slechts in zéér beperkte mate toe, om zonder grondwettelijk vastgelegde splitsing, een verschillende regelgeving tot stand te brengen.

Als bijvoorbeeld de ziektekosten per deelgebied verschillen, is dit een schending van het gelijkheidsbeginsel. Dit geldt ook voor een verschil in beperking van werkloosheidsuitkering in de tijd, of berechting van verdachten.

Tenzij men het Grondwettelijk Hof of de Raad van State de komende jaren overuren wenst te laten draaien, is hiervoor eerst een tweederdemeerderheid nodig. Niet alleen is die er vandaag niet. Er blijkt nu zelfs nog geen gewone meerderheid voor deze plannen te zijn. Zoiets heet een gebrek aan draagvlak.

Want daar waar niet-nationalistische partijen vroeger meegingen in het splitsingsverhaal, in ruil voor accenten uit hun eigen programma, trekken nu alvast de liberalen en de groenen een duidelijke lijn in het zand. Men wenst het beleid te voeren op het niveau waar dat dit het meest efficiënt is. Dat kan dus ook herfederaliseren betekenen. Als men dat bij voorbaat uitsluit, geeft men toe dat staatshervorming een mooier woord is voor staatsafbraak.

Het pleidooi voor herfederaliseringen vindt men ook bij sp.a, en in 2016 pleitte een ruime tweederdemeerderheid hiervoor op een CD&V-ledencongres, ook al was dat duidelijk niet naar de zin van de partijtop toen.

Dit is een trendbreuk met een grijsgedraaid mantra, dat sinds de jaren 1970 stelt dat enkel opsplitsing tot beter beleid voor de burger kan leiden. Een breuk die Maddens erkent in zijn stuk, al lijkt hij partijen die voor herfederalisering pleiten, uit te dagen om dit zo aan de kiezer voor te stellen. Wie vermoedt dat dit op een koude steen zal vallen, vergist zich. Dat de grote meerderheid van de Belgen, ook de Vlamingen, België wil behouden is al lang bekend. Uit een peiling van eind juni blijkt dat bijna drie kwart van de Vlamingen zich achter een herfederalisering van de gezondheidszorg schaart. 

Er is dus een gat in de markt voor meer Belgischgezinde standpunten.