Tom Zwaenepoel, lid van het bestuurscomité, pleit in La Libre Belgique voor een waarachtig federalisme.

Andermaal zijn we terug bij af. België werkt niet, of beter: dit België werkt niet. Hoe kan het ook anders? In de voorbije decennia werden politieke crisissen steeds opgelost met verdere regionaliseringen in ruil voor een zak geld. Dit heeft geleid tot een versnipperd beleid, dat met vanalles en nog wat te maken had, behalve met een visie over hoe dit tot een betere overheid voor de burgers kon leiden.

Na 26 mei 2019 werd door velen een paarsgele coalitie, met PS en N-VA als grootste partijen van het land, gepropageerd. Dit ondanks een enorm verschil in wereldbeeld tussen beiden. Meerdere opdrachthouders (Koen Geens, Conner Rousseau,...) beten hun tanden stuk op het bemiddelen van een akkoord. Uiteindelijk moest de eerste coronagolf passeren vooraleer deze partijen elkaar dan toch leken te vinden.

Helaas leidde dat ook andermaal tot een oude bekende formule: een zak geld in ruil voor een splitsingsfetisj zonder enige visie. Initieel via een spreiding over twee of drie federale ministers (voor elke taalbubbel één). Op deze wijze zou een verschillende regelgeving per gewest of gemeenschap worden voorbereid. In tweede tijd zou dit beleid, via een akkoord over een fikse grondwetswijziging, ook grondwettelijk worden vastgelegd.

De (gelekte) lijst van regionaliseringen is niet min: gezondheidszorg, arbeidsmarktbeleid, justitie, politie, brandweer, binnenlandse veiligheid, mobiliteit,... Het lijstje wordt afgesloten met afschaffing van de faciliteitsgemeenten en splitsing van het gerechterlijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde. Dit ter voorbereiding van een confederaal België.

En ook nu weer dringt de vraag zich op: wordt de Belgische burger hier beter van?

Als N-VA één van de pleitbezorgers is voor één politiezone voor het Brussels gewest, dan is haar voorstel tot splitsing van justitie, politie en binnenlandse veiligheid toch bijzonder cynisch. Recent maakten Brusselse jongeren amok in Blankenberge. Als de burgemeester van N-VA signatuur vervolgens met droge ogen oproept dat de federale overheid hier moet ingrijpen, dan kan een mens toch alleen maar vermoeden dat hier sprake moet zijn van een stevige zonneslag? Hoe gaat men dat doen in een confederatie? Via een samenwerkingsakkoord tussen de Brusselse en Vlaamse minister van justitie? Zal dat de traagheid van het gerechterlijk apparaat oplossen, of de efficiëntie ervan verhogen? Laten we toch even serieus blijven.

Ook de PS heeft heel wat uit te leggen. Er is een groot contrast tussen de filmpjes die Paul Magnette naar aanleiding van deze formatiepoging de wereld instuurde, en de filmpjes bij vorige pogingen waar de PS bij betrokken was. Daar waar Magnette zich voorheen als vertegenwoordiger van alle Belgen profileerde, was hij nu vooral verdediger van Franstalige belangen. Verder kan men voor of tegen vakbonden zijn, maar feit is wel dat de regionalisering van de arbeidsmarkt, de slagkracht van de werknemers verzwakt. Een geregionaliseerd gezondheidszorgbeleid, met behoud van federale dotatie, wordt als oplossing opgeworpen voor het verschillend beleid op het terrein. Maar hoelang zal het vervolgens duren vooraleer nationalisten zullen roepen dat Vlaanderen niet meer mee moet betalen, voor wat men allicht het Franstalig wanbeleid zal noemen? Een splitsing van het gezondheidsbeleid dreigt zo uiteindelijk ook de federale solidariteit te ondergraven. En dus ook het principe dat iedere Belg gelijk is voor de wet.

Wie herinnert zich finaal nog de politiek zwaar geladen splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde, wat jaren aansleepte, ondanks die vijf minuten politieke moed? De onderhandelaars alvast niet, als we ervan uitgaan dat ze tempo wilden maken met de paarsgele regeringsvorming. Immers, het afschaffen van faciliteitsgemeenten maakte deel uit van hun akkoord. Gaat het hier dan om maligniteit? Of om politieke slordigheid? Het scheermes van Hanlon suggereert het tweede, maar gezonde twijfel is hier op zijn plaats.

Het was dan ook verfrissend om uit bepaalde politieke hoek een pleidooi voor een rationeel evenwicht tussen herfederalisering en regionalisering te horen. Zeker, men mag pleiten om kritiek op het akkoord van PS en N-VA binnenskamers te houden, in plaats van het via een persmededeling de wereld in te sturen. Maar feit is wel dat een diepgaande uitholling van het Belgische niveau een zéér ruim debat verdient. Laten we vooral niet vergeten dat dit géén verkiezingsthema was.

Pleidooi voor een waarachtig federalisme

Bovendien begint de waan van de dag, die stelt dat enkel regionaliseringen tot een beter beleid voor de Vlaamse burger kunnen leiden, serieuze barsten te vertonen. Voorbeelden zijn er helaas genoeg (Covid-19 in de WZC’s, wachtlijsten in de gehandicaptenzorg, armoedebeleid,...). Wat we zelf doen, doen we vaak niet beter.

Dat is niets om genoegen in te scheppen, maar wel een pleidooi voor een werkbaar alternatief: een échte federatie. Maak politici op federaal niveau afhankelijk van stemmen uit de gehele Belgische bevolking (bijvoorbeeld via een federale kieskring). Voer, zoals in het federale Duitsland, normenhiërarchie in, waarbij in een conflict tussen deelstaten, de federale overheid het laatste woord heeft.

Dit als behandeling voor het confederale virus, dat politici enkel rekening doet houden met de eigen taalbubbel, en bijgevolg de Belgische samenleving verziekt. De ondernemers, zorgmedewerkers, werknemers, artiesten, werkzoekenden,... verdienen beter dan dit onzalige luchtkasteel.