B Plus sprak met MR-voorzitter George-Louis Bouchez over de staatshervormingen van 2024, de federale kieskring en de waarde van de samenwerking tussen Belgen.

Verschillende MR-leden hebben het Pact voor België ondertekend. Kende u B Plus en het Pact voor België? 
Ja, ik ken de organisatie en ik ken ook het Pact voor België

Ik weet dat een van jullie belangrijkste eisen is dat er één federale kieskring komt, en het toeval wil dat de algemene filosofie achter jullie beweging vrij dicht bij de institutionele lijn van de MR ligt. Het is dan ook niet verbazend dat een aantal van onze leden zijn handtekening onder het pact heeft gezet.  

Zou u het pact voor België willen ondertekenen? 

Ja, waarom niet, ik zal misschien de ene of de andere zin aandachtiger lezen, maar over de algemene filosofie weet ik in elk geval dat wij veel gemeen hebben. 

Ik ga verder dan B Plus, namelijk dat ik vind dat de premier binnen dat federale kiesdistrict moet worden gekozen.

Wij zijn blij met uw steun. Nu we het toch over onze gelijkaardige visie voor België hebben, wat zijn de dingen die in u opkomen wanneer er over België wordt gesproken? 

Wanneer iemand het over België heeft, denk ik in eerste instantie aan het feit dat mijn land troeven heeft die nergens anders bestaan. Ik moet denken aan het feit dat wij een levenskwaliteit hebben die bijna ongeëvenaard is, en vooral aan het feit dat de situatie niet altijd zo is in andere Europese landen, landen die soms dichtbij liggen. 

Ik denk dat weinig Belgen dit beseffen. Ik denk ook dat we een probleem hebben van gebrek aan ambitie, dat misschien nog meer uitgesproken is bij Franstaligen. 

In feite besef je pas hoe sterk het merk België is als je in het buitenland bent. Het zijn de buitenlanders die ons herinneren aan de kracht van België. Of het nu gaat om sport, cultuur of wetenschap, we hebben echt goede vertegenwoordigers. Ik denk dat dit gebrek aan trots een negatief aspect is dat ons ervan weerhoudt onze troeven optimaal uit te spelen. 

Ik ben ook van mening dat we te gemakkelijk tevreden zijn met een bepaald niveau, terwijl we 3 niveaus hoger zouden kunnen gaan. 

Ik denk dat de prestaties van de Rode Duivels in de afgelopen 15 jaar een goede illustratie zijn van wat er in ons land leeft. Technisch gezien hebben ze misschien wel de beste spelers van de wereld en toch missen wij iets om het helemaal te maken. Misschien is het te wijten aan een slechte kennis van ons team, dat wel eens beter wordt geacht dan het werkelijk is of minder goed dan wat het waard is, maar in het algemeen denk ik dat het team misschien wordt gekenmerkt door een probleem dat typisch is voor België, met name dat van een gebrek aan ambitie. 

Het gebrek aan ambitie, aan het opbouwen van iets ambitieus, is geen probleem dat al bestond vóór de oprichting van ons land. Integendeel, ik denk dat het iets is dat later is gekomen en dat volledig samenvalt met de jaren zeventig en de regionalisering. 

Ons land heeft op tientallen gebieden een voortrekkersrol gespeeld. We hadden een extreem hoog welvaartsniveau. Wij hadden leiders in alle sectoren: de financiële sector, de algemene ondernemingen en de detailhandel met de GIB-groep en de Delhaize-groep. Het waren groepen als GIB en Delhaize die bepaalde modellen over de wereld hebben verspreid. 

We hadden ook een behoorlijk sterke leiding in bepaalde industriële sectoren. Ook liepen we voorop in de energiesector. Indien ondernemingen zoals Tractebel Belgisch waren gebleven, zouden wij een echte strategie hebben gehad. 

Het is pas na de Tweede Wereldoorlog, na de wereldtentoonstelling van 1958, dat de moeilijkheden begonnen, in de jaren zeventig. Het probleem is niet dat wij grote groepen hebben afgestoten, het probleem is dat wij niet in staat zijn alternatieve strategieën en visies te ontwikkelen. Voor mij leidt het ontbreken van een gevoel van verbondenheid met ons land binnen de politieke klasse tot het ontbreken van dergelijke strategieën.

Vandaag kunnen onze vertegenwoordigers volledige toespraken houden zonder zelfs maar de naam van het land te noemen. Dit is iets heel vreemds en we moeten deze trend echt omkeren om te voorkomen dat een enorm potentieel wordt verspild. 

Zodra men geen rekening houdt met een bepaald nationaal narratief, denkt men in feite minder op lange termijn. Dit is niet het geval in andere landen, zoals bijvoorbeeld Frankrijk. 

In Frankrijk blijft een Franse groep een Franse groep en dient het een Franse groep te blijven en bijgevolg ontwikkeld het een strategie op lange termijn. Helaas denk ik dat de kwestie van onze energie veelzeggend is voor het feit dat wij in België nog steeds in een zeer kortetermijnbeheer zitten.  

In dit opzicht denk ik dat de vroegere - en deels de huidige - politieke klasse een grote verantwoordelijkheid draagt om de zaken te laten omkeren.

Om die reden lanceert mijn politieke fractie het project België 2030. Dit project is een hervorming van het hele programma met een langetermijnperspectief, niet alleen voor de volgende verkiezingen, maar echt voor het tweehonderdjarig bestaan van België. 

Ik zou graag industriële, culturele en sportprojecten zien waarmee we een ambitieuze impuls kunnen geven aan ons land.

Ik zou ook willen dat aan de Franstalige kant het leren van Nederlands verplicht zou worden. Ik ben het resultaat van dit gebrek aan verplichting en wil niet dat het zo doorgaat.

Welke maatregelen zou u willen nemen om de samenwerking tussen de burgers van de verschillende regio's te verbeteren, zodat de Belgische trots wordt versterkt en er een visie voor de toekomst van ons land ontstaat?

Ten eerste denk ik dat de kracht van de toespraak een sleutelelement is in de politiek. In een toespraak moet je een strategie weten op te roepen, je moet weten hoe je een toespraak moet gebruiken om de kracht van het land uit te leggen en het land in het middelpunt van de politieke kwestie te plaatsen. Dit is dus het eerste element dat ik wil verbeteren. 

Voor wat meer concrete maatregelen betreft, zou ik ook graag zien dat aan Franse zijde het leren van het Nederlands verplicht wordt gesteld. Ik ben het resultaat van dit gebrek aan verplichting en daarom wil ik niet dat het doorgaat. Je kunt geen universitaire diploma's blijven halen zonder Nederlandse les te hebben gehad. 

Vervolgens ben ik ook voorstander van één federaal kiesdistrict. Maar ik ga verder dan B Plus, d.w.z. dat ik vind dat de eerste minister binnen dit federale kiesdistrict moet worden verkozen. Concreet zou dit betekenen dat we een systeem kunnen opzetten waarbij degene met de meeste stemmen in de grootste partij de coalitie samenstelt. Of het zou op zijn minst betekenen dat je geen premier kunt worden als je niet in het federale kiesdistrict wordt verkozen. 

Een ander aspect is dat ik denk dat ons land één of ander groot industrieel project moet vinden. Bijvoorbeeld in artificiële intelligentie of in energiekwesties. We moeten echt elementen vinden die ons trots maken. Ik denk dat het zien verdwijnen van onze industrieën een onbewust effect heeft op de psychologie van de mensen wat betreft hun verbondenheid met het land en hun vertrouwen in hun land. 

En tenslotte ben ik voorstander van een echte promotiecampagne, zelfs van exaltatie. Het is niet voor niets dat we de Belgische vlag op al onze maskers dragen en dat we een kledingslijn ontwikkeld hebben voor zowel de MR en een andere over België. 

Het doel is echt om ons land terug tot leven te brengen. Dat betekent ook dat we vandaag de vlag overal moet gaan uithangen.

Het gebouw waar wij werken staat naast een ministerie; ik denk niet dat veel mensen dat merken, want behalve een plakkaat op de gevel is er niets dat daarop wijst. Het mag als ouderwets worden beschouwd, maar het decorum van de macht is een fundamenteel element van het toebehoren tot een land of een machtsniveau. Sommige openbare gebouwen, zoals het Koninklijk Paleis en andere openbare instellingen, moeten worden gerenoveerd. Het moet altijd schoon zijn, en hetzelfde geldt voor het Parlement: we moeten plaatsen creëren die laten zien waar de staat is.

We moeten werkelijk een merk ontwikkelen. We moeten onze feestdagen meer promoten en ophouden met de 21e juli belachelijk te maken. We moeten van onze feestdagen iets met karakter maken. We moeten de grootsheid van ons land respecteren en haar geschiedenis waarderen en kennen.

Waarom denkt u dat het nodig is om verder te gaan in het nationale kiesdistrict?

De federale kieskring is op papier een goed idee, maar er is een groot risico. Dat risico houdt in dat partijen zich kunnen afvragen of het wel de moeite waard is om in de andere gemeenschap campagne te voeren. Als het gaat om het verkiezen van 10 parlementsleden op de huidige 150, zijn er partijen die zullen zeggen dat het de moeite niet waard is. Gezien de grote motoren die aanwezig zijn, zoals de MR, zijn er partijen die geen schijn van kans hebben om een zetel te krijgen. Dus voor middelgrote of kleine partijen, is het niet eens de moeite waard om het te proberen. 

De kans bestaat dus dat er niet per se een nationaal debat wordt gevoerd, of dat het een beetje wordt overschaduwd en dat het niet de belangrijkste verkiezing wordt. Aan de andere kant, als je de kwestie van de eerste minister creëert, maak je een kleine presidentsverkiezing: dan weten we dat de mensen op de lijst eerste minister kunnen worden. Daardoor dwingt u ons om aan beide kanten campagne te voeren. 

Het zal het discours en de aanpak totaal veranderen. Ik ben zelfs bereid het zonder enige weging te doen, omdat ik ervan overtuigd ben dat mensen niet stemmen op basis van gemeenschapskwesties, maar op basis van links-rechts-splitsingen. Ik zou me niet benadeeld voelen omdat ik uit Mons kom en het aan de Franstalige kant ligt. Zowel Vlamingen als Franstaligen kijken naar welke kandidaat in hun ogen het beste project verdedigt.

Vandaag doen de RTBF en de VRT niet genoeg om een band in het land te creëren.

Wat is volgens u de rol van het onderwijs in het versterken van een Belgisch bewustzijn, in het leren van talen en onze culturen? 

Ik denk dat, door het leren van de andere taal, uitwisselingen op natuurlijke wijze zullen worden bevorderd en dat er meer keuzemogelijkheden zullen zijn. Natuurlijk moeten we duidelijk zijn en erkennen dat er in elk land ter wereld verschillen tussen de regio's bestaan. 

Ik denk niet dat de Corsicanen veel weten van wat er in Parijs of in Bretagne gebeurt, en vice versa. Nochtans gaan Fransen niet studeren in verschillende streken van Frankrijk. Ik denk dat het om twee redenen is: de taal en het nationale verhaal. Op een gegeven moment, is het land dat ons verenigd. Frankrijk heeft ook veel kleine bijzonderheden ter linker- en ter rechterzijde, maar uiteindelijk slagen zij erin een natie te vormen rond hooggeplaatste principes en een nationaal discours. Als ons onderwijs goed functioneert, als wij geen taalbarrières meer opwerpen en als wij via de school de geesten van onze medeburgers voldoende openstellen, zullen uitwisselingen vanzelf tot stand komen. Ik zeg niet dat wij moeten ophouden met het organiseren van uitwisselingen, ik zeg alleen dat als de belemmeringen verdwijnen, de uitwisselingen in ons kleine land vanzelf zullen gaan. 

Maar wat ik wel zou doen is veel meer uitwisselingsprogramma's op de Tv-zenders. Ik denk dat het probleem niet is dat ik een week in Limburg moet doorbrengen, maar dat wanneer ik niet in Limburg ben, ik weinig toegang heb tot de plaatselijke kranten en geen toegang heb tot het Tv-programma. Tegenwoordig doen de RTBF en de VRT niet genoeg om een band in het land te creëren. Dit hangt weliswaar af van de kleur van de respectieve regeringen, maar de Corsicaan, de Bretoen en de Parijzenaar kijken naar dezelfde krant waardoor de geesten worden gevormd. Vandaag is men in België, in Wallonië, niet op de hoogte van wat er in Vlaanderen gebeurt. Aan Franstalige zijde weten we bijna van dag tot dag wat er gebeurt in de Franse presidentiële campagne, maar we weten niet wat er gebeurt in Vlaanderen. Dat is het probleem. Je hoeft niet verder te zoeken.  

Het enige voordeel van België met vier is dat het achteraf nog makkelijker te verdelen is.

Men weet dat de staatshervorming waarschijnlijk in 2024 zal plaatsvinden. Daarom hebben wij de campagne "Op weg naar 2024" gelanceerd. We hebben veel voorstellen en verschillende ideeën gehoord voor de toekomst van het land. Laten we het voorbeeld nemen van een federalisme met vier regio’s, wat denkt u hiervan? 

België met vier gewesten is onzin. De vier gewesten zullen het leven van de Belgen er helemaal niet eenvoudiger op maken, maar wel ingewikkelder. Het betekent dat er bijvoorbeeld voor het beheer van de RTBF en de universiteiten OOB's (organisaties van openbaar belang) en EOB's (eenheden van openbaar bestuur) in het leven zullen worden geroepen, kortom zijn dit parapublieke structuren waarover we geen democratische controle hebben. Noch de Waalse parlementariër, noch de Brusselse parlementariër zal in staat zijn een daadwerkelijke politieke controle op deze structuren uit te oefenen. Dus moet men zich afvragen aan wie ze verantwoording moeten afleggen? Het zijn de ministers die moeten beslissen, niet de bestuurders in semi-overheidsinstellingen!

Dit is absurd! Het enige voordeel van een België met vier is dat het later nog gemakkelijker is om het op te splitsen. Het zou gaan om vier regio's die als vier afzonderlijke entiteiten zouden optreden waarbij iedereen zich van de ene dag op de andere naar eigen wens zou kunnen organiseren.

Dus, als je een separatistisch of misschien een zacht separatisme wilt (d.w.z. je houdt dezelfde vlag, maar iedereen leeft in zijn eigen wereld), is dit ideaal. 

Het is nog dwazer voor Franstaligen, omdat het ons belet de band tussen Brussel en Wallonië in stand te houden. Tegenwoordig is de grootste kans voor Franstaligen echter een verbinding te kunnen leggen tussen Brussel en Wallonië. 

Dus, België met vier, dat vind ik noch werkbaar, noch wenselijk.


In België hebben we veel overlegcomités; het is jammer dat we geen beslissingscomité hebben. 


En wat zijn volgens u de belangrijkste elementen die in 2024 terug moeten keren naar het federale niveau?

Voor mij is de eerste taak zeker niet de hervorming van de staat. Ik denk dat we eerst andere problemen moeten oplossen.  Maar als we de staat zouden hervormen, zie ik drie prioritaire punten.

Herfederaliseren van een aantal bevoegdheden. Bijvoorbeeld het klimaat en een groot deel van de belastingen. Vandaag de dag is ons klimaatbeleid volslagen absurd. Ook weten we niet meer hoe we belastinghervormingen moeten doorvoeren, omdat er overal stukjes en beetjes zijn. We moeten de verschillen tussen de regio's erkennen: we zien vandaag hoe de regionale belastingen zich verschillend ontwikkelen. Als wij nog meer zouden splitsen, zou dat onrechtvaardigheid op nationaal niveau creëren. 

Ten tweede zijn er bevoegdheden die we niet gaan herfedereren, maar waarvoor we een nationale koepel moeten creëren. Ik zie niet in waarom het bicommunale systeem, dat zich op federaal niveau afspeelt, niet kan worden uitgebreid. Het bicommunale systeem zou moeten aanmoedigen dat bepaalde projecten tussen scholen worden gedeeld, dat er gezamenlijke opleidingen worden georganiseerd, dat er gezamenlijke klassen komen, dat er projecten worden opgezet, en juist dat samenwerkingsverbanden van nationaal belang worden gefinancierd. 

Vervolgens moeten we niet alleen opnieuw federaliseren, maar ook een zekere hiërarchie der normen creëren om een eindoordeel en een richting te kunnen geven. In België hebben we veel overlegcomités; het is jammer dat we geen besluitvormend comité hebben.

Het idee van de hiërarchie van normen is om de macht van het laatste woord te bepalen. Het betekent dat men erkent dat op intern niveau elke regio een bevoegdheid kan hebben, maar dat men op internationaal niveau moet weten hoe men tot een besluit moet komen. Wat bijvoorbeeld energie betreft, ook al ben ik van mening dat alle energie moet worden gefederaliseerd, als wij het in het huidige systeem niet eens worden over het internationale systeem, kan niemand daarover beslissen. Het resultaat is een ramp. 

Er is dus niet alleen federalisering, er zijn drie tonen: herfederalisering, versterking van de nationale koepel, en hiërarchisering.

 

De kloof die in ons land is ontstaan, is een kloof tussen links en rechts en niet tussen Vlamingen en Walen



 

Wanneer men spreekt over de hervorming van de staat, moet men erkennen dat er ook een akkoord moet worden bereikt tussen Vlamingen en Walen. Als voorzitter van de MR hebt u toenadering gezocht tot de voorzitter van de Open VLD, Egbert Lachaert. Was dit iets wat vanzelf kwam of was het iets wat u van tijd tot tijd hebt moeten forceren? En kunnen we op federaal niveau ook één liberale partij verwachten? 

Op nationaal niveau is er sprake van een echte ommekeer. 

Toen ik als Koninklijke informateur in het magazine Wilfried vermeldde dat België voor mij een unitaire staat moest zijn, veroorzaakte dat een "oproer". In het begin werd ik aangevallen (zoals ik ook aangevallen werd voor de nucleaire kwestie). Het is duidelijk dat als je iets te vroeg zegt, de wereld op je neerkomt, en dat lijkt een catastrofe. Maar dan, beetje bij beetje, vormt zich een kleine meerderheid. 

Toen Egbert verkozen werd, was de link heel vanzelfsprekend. We hebben het geluk dat we een gelijkaardige visie delen. Ik heb echter het gevoel dat hij soms wat voorzichtiger moet zijn met zijn woorden aan Vlaamse zijde, want ik weet dat het in Vlaanderen niet hetzelfde effect heeft om een Belgicist te worden genoemd. Nochtans ben ik ook zo genoemd en nu zie ik dat het niet de dood is, zelfs in Vlaanderen want daar blijf ik vrij populair.  

In Vlaanderen zijn de traditionele partijen te bang voor wat het Vlaams Belang denkt en wat de N-VA zou kunnen doen. Natuurlijk hebben ze veel macht op de sociale netwerken en is het niet leuk als je je in de "shit storm" op de netwerken bevindt. Maar dat is niet de reden waarom deze partijen de wereld moeten regeren. 

In het begin werd mij ook verteld dat Belgicist zijn in Vlaanderen een ramp was. Maar ik ben ervan overtuigd dat de kloof die in ons land is ontstaan een kloof tussen links en rechts is en niet een van Vlamingen tegen Walen. Ik denk trouwens dat de Vlaamse Beweging volkomen legitiem was gedurende de eerste 100 jaar van ons land, en zelfs nog een beetje daarna. Het was niet normaal dat de meerderheid van het land niet vertegenwoordigd was in de Grondwet met hun taal en hun zinnigheid. Al deze eisen waren volkomen legitiem, maar vandaag hebben de partijen die beweren deel uit te maken van de Vlaamse Beweging hun electorale successen niet te danken aan hun op identiteit gebaseerd discours: zij hebben ze te danken aan hun discours over een meer rechtse oriëntatie inzake het beleid dat gevoerd zou moeten worden. 

Natuurlijk zullen mensen zeggen "er is nog steeds een verschil, want Wallonië is links". Ten eerste moet erop worden gewezen dat er in alle landen van de wereld gebieden zijn waar de mensen meer geneigd zijn om aan de ene of aan de andere zijde te stemmen. En ten tweede is Wallonië niet alleen links, zoals niet heel Vlaanderen rechts is, ook al moet worden toegegeven dat er een meerderheid is.  Volgens deze logica zou men kunnen zeggen dat Waals-Brabant in dit geval een Vlaamse provincie is omdat de MR 40% van de stemmen heeft. Hetzelfde geldt voor Luxemburg en Namen, omdat de MR boven het nationale gemiddelde ligt. In dat geval zou Wallonië bestaan uit Luik en Henegouwen, gewoon omdat ze veel links stemmen? In dat geval zouden we een land moeten creëren met Limburg, Luik en Henegouwen samen. En wat met Waals-Brabant, Vlaams-Brabant, Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen?  

Dat is niet serieus. In elk land ter wereld is er sprake van sociaal-economische ongelijkheid en die ongelijkheden leiden tot verschillen bij de verkiezingen. Maar men moet niet denken dat Wallonië alleen Luik en Henegouwen is. Van de vijf Waalse provincies zijn er slechts twee waar de PS supersterk is. In Luxemburg is het aan het verdwijnen, omdat de strijd daar MR vs CDH (Les Engagés) is geworden. In Namen zijn Les Engagés nog zeer dominant, de MR staat er goed en de PS strijdt er ook, maar er is concurrentie. En in Waals-Brabant is de MR erg dominant, maar vecht men met Ecolo. Dus, als je naar de Franstalige gebieden kijkt, is Wallonië niet alleen Seraing. Er is veel meer dan dat. 

Bijna 100% van onze uitdagingen zijn identiek. 

Vaak, als we het over de Belgische politiek hebben, hebben we het over communautaire verschillen. Wat zijn voor u de convergentiepunten die nog bestaan? En, zijn er dingen die de Walen kunnen leren van Vlaanderen en vice versa? 

Wat we gemeen hebben is dat bijna 100% van onze uitdagingen identiek zijn. 

Wij moeten onze werkgelegenheidsgraad verhogen en inzien dat de situatie niet dezelfde is waardoor Wallonië een nog grotere inspanning moet leveren. We hebben een uitdaging met onze pensioenen, maar aangezien de Vlaamse bevolking wat ouder is, is het Wallonië dat tegen Vlaanderen zegt dat het voorzichtig moet zijn. Dus als mensen zeggen: "De Vlamingen willen alles splitsen behalve de pensioenen omdat ze ons nodig hebben", dan is dat niet waar: Wallonië heeft meer jonge werklozen, en een jongere die werkloos is, draagt niet bij aan de pensioenen. Daarvoor zouden al onze jongeren eerst moeten werken.

Verder hebben we duidelijk te maken met dezelfde sociale uitdagingen (klimaat, mobiliteit, vergrijzing, kinderopvang...), dezelfde economische uitdagingen, en als er oorlog is, is die op ieders deurmat. We zagen het toen we covid hadden: we proberen grote verschillen te maken zolang het in feite om hetzelfde gaat. Waarom zouden we mensen verdelen terwijl we met dezelfde problemen worstelen? Wat beide kanten moeten leren is de medemens. Ik woon in Bergen en het is pas sinds ik voorzitter ben van de MR dat ik meer Vlamingen ontmoet.

In het begin, als je Franstalig bent, zeggen de mensen je dat je de Vlaamse mentaliteit niet kent. Maar ik heb altijd van Vlaanderen gehouden, en ik ga er graag heen. Maar als je de Vlaamse mentaliteit niet kent en je te horen krijgt dat die zo anders is, ben je in eerste instantie terughoudend om erheen te gaan. Maar ik besef dat er geen tien verschillende soorten mensen zijn. Het eerste wat Vlamingen en Walen moeten doen is elkaar leren kennen. Dan zullen ze beseffen dat ze in feite identiek zijn. Het is geen probleem om een Vlaamse identiteit te hebben, je kunt een verenigd land hebben en ook je eigen identiteit hebben.

U bent de voorzitter van de voetbalclub Francs Borains. Als u het voorzitterschap van een Vlaamse club aangeboden kreeg, welke zou u dan kiezen?

 Genk, zonder twijfel. Ten eerste omdat ik een fan van de club ben, en ten tweede omdat Limburg een streek is die een beetje meer op mijn regio lijkt. Beide zijn mijnbouwgebieden die verbouwd worden. Als je bijvoorbeeld bij het voetbalveld in Genk aankomt, staat er een mijnwerkerslamp op de rotonde. 

Als u mijn volgende gesprekspartner uit Vlaanderen zou moeten aanbevelen, wie zou het dan zijn? 

Bart De Wever. Ik denk dat hij moet begrijpen dat er veel bereikt kan worden in dit land, en potentieel tussen hem en mezelf. Hij moet begrijpen dat hij op een dood spoor zit.