Vlaams topambtenaar Karine Moykens stelt dat Vlaanderen over de quasi volledige bevoegdheid van de gezondheidszorg moet beschikken (homogene bevoegdheid), om kwaliteit, efficiëntie en empowerment van het zorgpersoneel, alsook de omslag naar patiënt centered care, te kunnen organiseren. Dit is echter helemaal niet noodzakelijk, en zelfs contraproductief gegeven de grote uitdagingen waar wij de komende decennia voor staan. Er is echter een alternatief, en dat is een goed uitgebouwd federaal niveau.

Het pleidooi om de gezondheidszorg volledig bij het Vlaamse niveau te brengen, kent via Karine Moykens een nieuw excuus: dat van de homogene bevoegdheidspakketten. Vlaanderen is immers al bevoegd voor welzijn en gezondheidspreventie. Dus om eenheid van commando te bekomen inzake kwaliteit, efficiëntie en empowerment van het zorgpersoneel, alsook de omslag naar patiënt centered care, moet het gehele gezondheidsbeleid, inclusief curatieve zorg, worden gesplitst.

Wel, niet volledig. De erkenning en de prijszetting van geneesmiddelen wordt het best centraal geregeld, gezien de deelstaten hier te zwak staan. Maar Moykens vulde aan dat deze restbevoegdheid ook Europees kan worden aangepakt. Op zich een goed plan, maar het komt voorstanders van een gesplitste gezondheidzorg wel handig uit, om via de EU het laatste kanaal van de Belgische solidariteit door te knippen.

Het is natuurlijk een goede zaak dat er wordt gedacht aan patient centered care en empowerment van de zorgverlener, maar stellen dat daarom de gezondheidszorg volledig moet worden gesplitst, is simpelweg voorbijgestreefd.

Ten eerste schreven we het al eerder: homogene bevoegdheidspakketten als hoofdargument om zowat alle gezondheidsbeleid over te hevelen naar de deelstaten, maakt deel uit van de gekende dooddoener “We moeten nog meer splitsen, want we hebben al gesplitst”. Maar dit is een opmerkelijke redenering, gezien je die evengoed kan omdraaien: “Gezondheidszorg moet volledig federaal, dus ook welzijnszorg”.

Ten tweede moet je Welzijn niet herfederaliseren, dan wel het gezondheidsbeleid volledig regionaliseren om een doel zoals patient centered care te halen.

Waarom? Omdat dergelijk doel deel uitmaakt van een soort preventiebeleid dat veel ruimer is dan gezondheidszorg alleen. De WHO pleit om preventieve gezondheidszorg, armoedebestrijding, aanzetten tot sport, inperking van alcoholisme,... niet langer persoonsgebonden, maar lokaal gebonden te organiseren. Men dient dus te streven naar een soort eerstelijnszones waarbinnen men een gezondheidszorg organiseert die in lijn ligt met de socio-economische welvaart, milieuproblematiek,... van die zone. Idem moet men voor ziekenhuisnetwerken een behoeftemeting doen naar gelang de samenstelling van de demografie binnen dat netwerk.

Het is duidelijk dat men van de Belgische federatie niet één uniforme eerstelijnszone of ziekenhuisnetwerk kan maken.

Maar dat kan men evenmin van een Gewest of Gemeenschap, natuurlijk. Het vereist een uitzonderlijk talent aan intellectueel koortdansen om vol te houden dat Vlaanderen uit één type sociaal-economische populatie bestaat, en Wallonië uit een totaal andere. Zelfs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kent men zeer arme en zeer rijke gemeenten, met een obligaat andere populatie. Dus ook daar zou een uniform Gewestelijk gezondheidsbeleid van bestuurlijke armoede getuigen, om nog maar te zwijgen van het voorstel van de N-VA om de Brusselaars te doen kiezen voor een Vlaams of een Franstalig gezondheidssyteem.

Maar hoe bepaal je de gezondheidsbehoefte per zone? Daar zijn vaste, objectieve parameters voor, die gehanteerd worden door zowel de OESO als de WHO. Een deel behoort tot het luik welzijn, een ander deel tot preventie, nog een ander deel uit curatieve gezondheidszorg. Het maakt dus niet echt uit welke overheid/overheden in dit land de taak van de registratie van die parameters op zich nemen, net owv. de objectiviteit van die criteria. Dus neen, de bevoegdheid welzijn moet niet noodzakelijk geherfederaliseerd worden. Maar het gezondheidsbeleid moet dus evenmin verder worden gesplitst.

De alerte lezer zal zich nu uiteraard de vraag stellen waarom B Plus dan net wel voor een volledige herfederalisering van de gezondheidszorg pleit. Volgens de informatie hierboven kan je toch alle kanten op?

Antwoord: wat is het doel hier? Een goede gezondheidszorg voor de volledige Belgische bevolking (niet alleen voor de Vlamingen). Behoud van interpersoonlijke solidariteit (rijk naar arm) in plaats van een solidariteit van rijke naar arme deelstaten, die – mits gedisciplineerd volhouden van maligne clichés – zelfs kan (en zal) worden afgeschaft in tweede tijd. Het installeren, dus, van een bestuurscultuur gericht op samenwerking, in plaats van sabotage.

De uitdagingen in de komende decennia zijn enorm: geneesmiddelenprijzen en de tsunami van de vergrijzing die steeds zwaarder zullen gaan wegen op onze sociale zekerheid, de groeiende sociale ongelijkheid met directe gevolgen voor gezondheidszorg, impact van fijnstof op de volksgezondheid,...

Met het louter garanderen van een uniforme geneesmiddelenprijs binnen één land gaan we er niet komen, en in datzelfde kader mag rustig worden gesteld dat de zesde staatshervorming allerminst een goede aanzet was.

Maar we zijn het met Moykens eens dat heilige huisjes op de schop moeten. Zoals wat Vlaanderen doet, beter doet, alleen maar omdat het deel uitmaakt van een Vlaamse identiteit en een kennelijk uniform, uniek in de wereld, type Vlaams denken. Of zoals de spinale reflex dat als Waalse politici een andere visie hebben, dit cultureel is, en we hierbij blijkbaar vergeten dat er in Vlaanderen ook meer dan één partij bestaat. Of dat Vlamingen fundamenteel anders denken dan Franstaligen, wat al luttele weken na de verkiezingen van mei 2019 onderuit werd gehaald door het RepResent consortium.

Een alternatief is nodig, een afgewerkte federale koepel als het ware, die samenwerking tussen de verschillende deelgebieden in dit land faciliteert, in plaats van saboteert. Ten behoeve van een goede, sterk gefinancieerde gezondheidszorg voor alle Belgen. Een federale kieskring (elke politicus krijgt voor het federale parlement stemmen van elke Belg), is hierbij een noodzakelijke voorwaarde.

Het wankele alternatief van vandaag (zoals een interfederaal comité) werd door mevrouw Moykens overigens keurig geïllustreerd. We citeren: “Dat kan werken, op voorwaarde dat mensen willen meewerken.”

En dat is inderdaad niet gegarandeerd in onze huidige staatsstructuur. Laat staan in een volledig gesplitst beleid.