Bertrand Waucquez hoopt dat deze crisis onze politici ertoe zal aanzetten om de huidige staatsstructuur te vereenvoudigen met het oog op meer efficiëntie in het belang van de bevolking.

Alle burgemeesters van het land werden geconfronteerd met de Covid-19 crisis, de één al in mindere mate dan de andere. Allen bevonden zich plots in een ongeziene situatie. Hetzelfde geldt trouwens voor de mandatarissen op provinciaal (provinciegouverneurs), gewestelijk en federaal vlak (ministers). Elk op zijn niveau kampt met verschillende uitdagingen, elk heeft andere beslissingsbevoegdheden. Een ingewikkeld kluwen.

Een burgemeester is wettelijk verantwoordelijk voor de veiligheid en de volksgezondheid in zijn gemeente en kan in principe de nodige beslissingen nemen om daaraan tegemoet te komen. Maar in tijden van crisis ligt het anders.

Begin maart 2020, bij het uitbreken van de Corona crisis, waren de richtlijnen nog niet duidelijk: verplichte maatregelen versus aanbevelingen, op welk niveau moesten ze worden bepaald, wat voor de handhaving?… Het leidde tot verwarring en soms absurde situaties waar in de éne gemeente een concert met 1000 man zou mogen plaatsvinden en in de gemeente ernaast alle events zouden worden afgelast. Indien een café in de ene gemeente sluit gaan de klanten gewoon naar een café die open is in de gemeente ernaast! Gelukkig was dit van korte duur en nam de Nationale Veiligheidsraad de touwtjes zelf in handen: hun beslissingen waren vanaf dan van toepassing op het hele grondgebied België en de burgemeesters moesten deze afspraken lokaal implementeren. Veel ruimte voor lokale initiatieven door de burgemeester was er niet.

Wat de burgemeester wel kon en soms moest doen (zonder goedkeuring van bovenaf) was lokale initiatieven nemen in overeenstemming met de op federaal niveau aanbevolen maatregelen, zoals: de burgers sensibiliseren en aansporen de federale maatregelen strikt te respecteren, mondmaskers ter beschikking stellen van de bevolking, lokale handelaars en horeca financiële steun toekennen en hen plexiglas beschermingspanelen verschaffen, speciale diensten ter beschikking stellen van de kwetsbaren, burgerinitiatieven promoten om meer solidariteit tussen de inwoners te creëren,…

In het begin van de zomer werd aangekondigd dat de burgemeesters meer autonomie zouden krijgen om bepaalde aspecten van de crisis lokaal te beheren. Dit betekent echter niet dat hij/zij de initiatieven kan nemen die hem/haar goed uitkomen (wat opnieuw tot chaotische en gecompliceerde situaties zou leiden in die zin dat er een vermenigvuldiging van verschillende regelgevingen per gemeente zou ontstaan) maar dat hij/zij voorstellen kan bespreken met de provinciegouverneur die deze al dan niet goedkeurt in functie van de lokale Covid-19 situatie in de gemeente, meestal na overleg met de gespecialiseerde medische diensten die de relevantie van het voorstel evalueert.

Crisiscommunicatie van de federale of gewestelijke overheid naar de burgemeesters toe gebeurt meestal via de provinciegouverneur: richtlijnen worden er meegedeeld, (video)-conferenties vinden plaats met de betrokken burgemeesters, vragen kunnen aan de provincie worden gericht en worden prompt beantwoord ... De provinciegouverneur kent de noden van de gemeenten in zijn provincie en is dus best geplaatst om de volgende stappen te bepalen. De provincie is ook het meest geschikte niveau om coherentie en proportionaliteit van bepaalde maatregelen af te toetsen. Deze crisissituatie heeft aangetoond dat deze extra laag tussen het federale / gewestelijke niveau en de gemeenten een duidelijke toegevoegde waarde heeft.

De pers heeft trouwens meermaals melding gemaakt van interventies op provinciaal niveau: of het nu gaat om West-Vlaanderen en de kustgemeenten, bijvoorbeeld, of om de gouverneur van de provincie Antwerpen. In beide gevallen was het provinciaal niveau een solide referentie die het mogelijk maakte om de genomen of te nemen beslissingen te verenigen en te harmoniseren, ten voordele van de bevolking. En op een zeer efficiënte manier.

Het hoeft geen betoog dat de staatstructuur van ons land veel te complex geworden is. In een aantal situaties is “iedereen bevoegd, maar niemand verantwoordelijk” met een zeer traag en inefficiënt beslissingsproces als resultaat. Denk maar aan de 9 ministers van gezondheid tijdens de crisis en de gemiste kans om de mondmaskers bij lokale leveranciers te bestellen. Deze Corona periode wordt wellicht de opportuniteit om de relevantie van de vrij unieke dubbele logica van ons Belgisch systeem (op basis van taal en territoriaal) in vraag te stellen. Het is echter belangrijk in mijn ogen dat er een goede evaluatie zou plaatsvinden vooraleer de provincies verder afgeslankt worden [alle persoonsgebonden materies zoals jeugd, cultuur, sport en welzijn bevoegdheden zijn sinds 2018 overgedragen naar andere entiteiten]. De provincie is een logische geografische indeling, en, ook in normale tijden, een onmisbare schakel tussen het gemeentelijke niveau, dat dicht bij de burger staat, en het regionale niveau, dat verder weg ligt. Ik wil graag van de gelegenheid gebruik maken om de provinciegouverneur van Vlaams-Brabant en zijn team te danken voor het opmerkelijke werk dat tijdens deze crisis is en nog steeds wordt verricht.

De huidige situatie verplicht ons naar de essentie en fundamentele waarden terug te keren, en ik hoop dat men de kans zal grijpen om de huidige staatsstructuur te vereenvoudigen met het oog op meer efficiëntie in het belang van de bevolking. Daarom sta ik volledig achter en onderschrijf ik zoals vele anderen het Pact voor België, recent gepubliceerd door BPlus.