In een exclusief interview geeft Maxime Prévot, voorzitter van Les Engagés, zijn visie over België en over een eventuele volgende staatshervorming.

Wat roept België bij u op?

België is een enorm ingewikkeld land waarvoor ik een enorme affectie koester.

Ik ben opgegroeid in een nogal patriottisch milieu – zo gingen mijn grootouders rechtstaan als ze de Brabançonne hoorden. Ook ik heb veel respect voor de vlag en haar betekenis – het maakt allemaal deel uit van wat mijn persoonlijkheid heeft gevormd. Maar zoals vele andere Belgen ben ik soms wanhopig dat België zich zo moeilijk kan hervormen terwijl het een territoriaal confetti is.

Ik vind het ontmoedigend dat we vanwege multiculturele kwesties een buitengewoon vermogen hebben om ruzie te maken op zo'n klein grondgebied. Elke partij vindt dat het multiculturalisme gerespecteerd moet worden en dat het de basis moet vormen van onze samenleving, maar zelf zijn we niet in staat om het binnen onze grenzen uit te voeren.

Denkt u dat de jongeren van vandaag de patriottische geest delen waar u het over heeft?

Ik denk dat de jongeren die vandaag twintig zijn zich misschien meer Waal dan Belg voelen, in tegenstelling tot onze grootouders die zich misschien meer Belg dan Waal voelden. Maar anderzijds denk ik dat jongeren zich in eerste instantie zich wereldburger voelen. Dit heeft deels te maken met de Belgische realiteit: de kleine omvang van ons grondgebied maakt dat wij ons altijd hebben moeten openstellen naar de internationale gemeenschap.

Bovendien wordt ons land niet gekenmerkt door één enkele taal. Daardoor worden onze jongeren, in vergelijking met onze buren, extra geconfronteerd met multiculturaliteit, waardoor zij zich ook meer internationaal kunnen positioneren.

Uiteindelijk kunnen de jongeren van vandaag ook gemakkelijk de wereld ontdekken. Dankzij sociale netwerken worden ze geconfronteerd met alles wat er aan de andere kant van de wereld gebeurt. Ik denk dus dat de jongeren van vandaag niet meer noodzakelijkerwijs rekening houden met nationale grenzen.

Bovendien denk ik dat de ruzies tussen Wallonië en Vlaanderen voor vele jongeren een probleem uit de jaren zeventig is.

U ondertekende het Pact voor België van B Plus. Wat was uw motivatie?

Ik kan me vinden in de wens om een modern, efficiënt en solidair federalisme te bevorderen. Ik denk echter wel dat, zelfs met dit gemeenschappelijk gedefinieerd doel, het moeilijk blijft om de weg uit te stippelen die we willen bewandelen om daar te komen. Dat is misschien de reden waarom de situatie tot op de dag van vandaag onveranderd is.

Wat is het verschil tussen cdH en Les Engagés?

Ik denk dat we de werking van politieke partijen moeten veranderen. Door het cdH om te vormen tot Les Engagés heb ik geprobeerd een aanpak te bevorderen waarin we meer aan de volgende generaties denken, in plaats van eerder aan de volgende verkiezingen. De beweging Les Engagés spreekt ook de ambitie uit om meer op lange termijn te werken in de politiek.

We willen regeringen vormen van mensen die zich moedig opstellen gezien de noodzaak aan hervormingen, de opeenvolgende crisissen en de opkomst van populisten en extremisten. Ik wil ook de stem van de leden van de partij meer gewicht geven in plaats van die van haar voorzitter.

Ik ben tegen een overdreven personencultus in de politiek. Ik erken dat we leven in een periode waar heel veel draait om de persoon van de leiders, en sociale netwerken versterken alleen maar dit effect . Als voorzitter wil ik me inzetten voor een collectief project in plaats van mezelf te allen prijze positioneren op basis van mijn persoonlijke sterke punten.

Tegenwoordig zijn partijvoorzitters, sommigen meer dan anderen, vaak de oorzaken van politieke impasses geworden.

Ik denk dat de invloed van de partijvoorzitters te groot is.

Er was een tijd dat partijvoorzitters meer afstand namen, hun interventies waren minder frequent en daarom ook meer waardevol. Partijvoorzitters waren een hulpmiddel bij een impasse binnen een regering; het waren mensen die konden helpen om een oplossing te vinden. Tegenwoordig zijn partijvoorzitters, sommigen meer dan anderen, vaak de oorzaken van politieke impasses geworden. Wanneer een voorzitter zich vanaf het begin gaat bemoeien, kan hij of zij niet meer functioneren als klankbord.

Het voorzitterschap van Sammy Mahdi geeft me hoop. Ik denk dat hij een zeer intelligent persoon is die openstaat voor dialoog. Ik heb het gevoel dat hij ook bruggen wil bouwen tussen onze twee politieke groeperingen.

Ziet u CD&V (nog) als de Vlaamse tegenhanger van uw partij?

De CD&V is zeker de partij waarmee we het meest communiceren aan Vlaamse zijde. We moeten echter erkennen dat de laatste 20 jaar de banden binnen onze politieke familie waarschijnlijk het zwakst zijn geworden. We moeten onze relatie samen opnieuw uitvinden. Het is echter wel zo dat we nog steeds politieke broederschapsbanden hebben en die zijn voor ons persoonlijk veel waard.

De divergentie tussen onze partijen gaat terug tot de regering Verhofstadt. De CD&V was boos op ons omdat we ons bij de stemming hebben onthouden en zo de val van die regering hebben voorkomen. Het moet ook gezegd worden dat we beiden niet op dezelfde manier zijn geëvolueerd: de CD&V heeft bijna altijd deel van de meerderheid uitgemaakt, terwijl wij ongeveer 10 jaar oppositie hebben gevoerd tegen de federale regering.

Ik denk ook dat de afstand te maken heeft met het feit dat de CVP historisch gezien conservatiever was dan wij, vooral wat ethische thema's betreft. Wij bleken progressiever te zijn. Op dezelfde manier zijn er bepaalde leden van de CD&V die bijna confederale eisen hebben. Daarbij moeten we ons afvragen of de CD&V van morgen hunkert naar een eigen identiteit, dan wel of zij terug heimwee zal ontwikkelen naar een alliantie met de N-VA.

Het voorzitterschap van Sammy Mahdi geeft me hoop. Ik denk dat hij een zeer intelligent persoon is die openstaat voor dialoog. Ik heb het gevoel dat hij ook bruggen wil bouwen tussen onze twee politieke groeperingen.

De kans bestaat dat de verkiezingen van 2024 een belangrijk moment worden voor de toekomst van ons land, zeker nu het ernaar uitziet dat we na de verkiezingen te maken krijgen met een nationalistische meerderheid in Vlaanderen.

Als we niet in staat zijn ons eigen Franstalig beleid te hervormen, is dat koren op de molen van de Vlaams-nationalisten.

In hoeverre zou u met de nationalisten in gesprek gaan in het kader van een confederaal project?

Wij zullen nooit een stap richting confederalisme steunen. Dat lijkt ons niet erg wenselijk gezien de realiteit van België.

Ik denk dat de verantwoordelijkheid eerst bij de Franstalige politici berust om onderling tot een akkoord te komen. Zoniet, moeten we ons gaan afvragen hoeveel geloofwaardigheid we bij de Vlamingen hebben. Als we niet in staat zijn ons eigen Franstalig beleid te hervormen, is dat koren op de molen van de Vlaams-nationalisten.

Wat vindt u van het federalisme met vier gewesten?

Het is een aantrekkelijk voorstel omwille van de eenvoud ervan, maar als je er verder over nadenkt, is het waarschijnlijk geen oplossing.

Maar het is juist de eenvoud van dit voorstel waardoor het zich onderscheidt van de rest. Persoonlijk ben ik, in dezelfde geest, meer voorstander van een herziening van de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap, maar dat wil niet zeggen dat ik die niet zou behouden.

In het kader van zo'n hervorming vind ik het echter niet nodig dat de Franse Gemeenschap een parlement krijgt, met alle kosten die daaraan verbonden zijn. Wij stellen ook voor om in de toekomst de regeringen van de gefedereerde entiteiten uit maximaal 5 personen te laten bestaan. Dit betekent dat er 10 personen verantwoordelijk zouden zijn voor het beheer van het Franstalig België, in Vlaanderen telt men er momenteel 9.

Ik verzet me tegen een staatshervorming die zou neerkomen op een nieuwe vergaderingsronde om België te ontmantelen.

Hoe staat u tegenover een nieuwe staatshervorming?

Ik heb altijd al gezegd dat ik voorstander ben van een zevende staatshervorming.

Maar ik heb wel bezwaar tegen de angstige, soms zeurderige attitude van de Franstaligen hierin, die keer op keer zonder gemeenschappelijk stappenplan en zonder doordacht eisenpakket aan de onderhandelingstafel verschenen. De smeekbede om geld mag ook ophouden - als het dat is waar het allemaal om draait dan denk ik niet dat we een nieuwe staatshervorming nodig hebben.

En ik verzet me tegen een staatshervorming die zou neerkomen op een nieuwe vergaderingsronde om België te ontmantelen.

Maar ik sta dus wel open voor gesprekken waarin men open staat om de fouten van de vorige staatshervormingen recht te zetten.

Eerdere hervormingen hebben immers het optimaal functioneren van de staat verstoord en waren meer bedoeld om tegemoet te komen aan partijwensen, dan om de effectiviteit van het overheidsbeleid echt te verbeteren. Als gevolg daarvan is er nu een enorm gebrek aan vertrouwen in politieke partijen, omdat burgers niet begrijpen waarom we zo'n complex systeem nodig hebben. Veel burgers hekelen de kafkaëske aard van eerdere hervormingen.

We hebben zoveel te winnen als we bij de volgende hervorming echt denken aan de belangen van toekomstige generaties, in plaats van aan de volgende verkiezingsuitslag.

We moeten het federale niveau terug de middelen aanreiken om een globale visie te kunnen ontwikkelen met oog op het algemeen belang.

Wat is uw visie voor een mogelijke staatshervorming in de toekomst? Moeten bepaalde bevoegdheden opnieuw worden gefederaliseerd?

Ik ben van mening dat deze hervorming zonder taboes moet worden doorgevoerd, dat wil zeggen dat bepaalde bevoegdheden, zoals gezondheidszorg, geherfederaliseerd zouden kunnen worden.

De COVID-crisis heeft de grenzen van het politieke handelen in België aangetoond. In een klein land als het onze hebben we 9 ministers van Volksgezondheid – dat is onwerkbaar. Het laat zien hoe het Belgische federalisme werkt, met zijn weinig homogene bevoegdheidsverdeling.

In tegenstelling tot andere federale staten in de wereld, waar de bevoegdheidsverdeling duidelijker afgelijnd is, hebben wij veel bevoegdheden die totaal versnipperd zijn over het federale en het regionale niveau. Het wordt dus tijd dat deze logica wordt herbekeken om de politieke actie doeltreffender te maken.

Maar ik ben dus duidelijk voorstander van de herfederalisering van bepaalde bevoegdheden, zoals gezondheidsbeleid, klimaatbeleid, mobiliteit, enz. We moeten het federale niveau terug de middelen aanreiken om een globale visie te kunnen ontwikkelen met oog op het algemeen belang.

 

Kent u de visie van de andere Franstalige partijen ten aanzien van een toekomstige staatshervorming?

Al vier jaar lang vraag ik de voorzitters van de Franstalige partijen om samen te komen en de toekomst van dit land te bespreken. Hoewel we weten dat het zeer waarschijnlijk is dat we in 2024 institutionele gesprekken zullen hebben, en dat het in ons belang zou zijn om een gemeenschappelijk draaiboek op te maken, hebben we elkaar nooit ontmoet om dit te bespreken.

Er heerst een vreselijk wantrouwen tussen de Franstalige partijen. Sommige partijvoorzitters nemen niet genoeg afstand van het politieke debat, ze willen elkaar liever de hele week vliegen afvangen. Dit maakt het moeilijk om afstand te nemen en als scheidsrechters rond de tafel te gaan zitten om tot een gemeenschappelijke visie te komen.

We moeten erkennen dat we de verkiezingsuitslagen van de komende twintig jaar niet kunnen voorspellen. We weten alleen dat alle Franstalige partijen op een gegeven moment een rol zullen moeten spelen. Vandaar dus dat gemeenschappelijk draaiboek, dat we ongeacht de coalities gaan verdedigen, in het belang van alle Franstaligen.

De Vlamingen hebben hun gemeenschappelijke doelstellingen in 1999 vastgelegd. Wij hebben niets. Tot nu toe is het niet gelukt... Iedereen blijft zijn eigen weg volgen zonder enige coördinatie.

Voor mij is het belangrijk dat we het land niet verlammen. We moeten een lange termijn perspectief bieden, die verder reikt dan de volgende verkiezingen.

Denkt u dat de invoering van een federale kieskring een maatregel kan zijn om het nationale niveau in staat te stellen om een nationale macrovisie te bevorderen?

Omdat we een land zijn dat voor 2/3 uit Vlamingen en voor 1/3 uit Franstaligen bestaat, dreigt het systeem van een federale kieskring perverse effecten te hebben. Daarom stellen we een alternatief systeem voor, waarbij de burgers twee stemmen mogen uitbrengen. Eén stem zou gaan naar een parlementslid dat de burger in zijn regionaal kieskring wenst te verkiezen, precies zoals dat nu gebeurt bij de federale verkiezingen. Maar ook zouden burgers een extra stem kunnen uitbrengen ten gunste van een partij in het noorden van het land.

Deze tweede stem zou naar een partij moeten gaan, en zou meetellen voor de devolutie ter versterking van het aantal zetels dat daaraan zou toebedeeld worden. Wanneer deze stem wordt meegeteld in het kader van de devolutie ter versterking van het aantal zetels dat haar zal worden toegekend, zou dit de partij als geheel ertoe aanzetten aandacht te hebben voor de belangen van de andere gemeenschap.

Op die manier vermijdt men dat er "vaandeldragers" zouden zijn die goed genoeg worden geacht om aan de andere kant van de taalgrens aanvaard te worden, terwijl de rest van de partij intussen even radicale (nvdr.: communautaire) standpunten kan blijven innemen. Immers, de partij als geheel zou gedwongen worden haar houding tegenover Franstaligen te veranderen, en omgekeerd. Het doel is niet alleen om over een Thomas Dermine (PS) te beschikken die sympathiek overkomt bij de Vlamingen – het doel is dat de PS als geheel meer moeite zou doen om ook in het noorden van het land naar de bekommernissen van de mensen te luisteren. Hetzelfde geldt voor de andere partijen.

 

België is een federaal land zonder federale partijen. Wat vindt u daarvan? Is het idee om ooit weer nationale partijen te hebben denkbaar voor u?

Ik denk dat we ons die vraag echt moeten stellen.

Op korte termijn hebben we niet de capaciteit om opnieuw federale partijen te creëren, vandaar ons voorstel hierboven, dat hetzelfde doel nastreeft. Namelijk, de formule waarbij elke Belg de mogelijkheid krijgt om één stem uit te brengen op een partij in de andere gemeenschap, zou elke partij in staat stellen om territoriaal georganiseerd te blijven, terwijl ze gedwongen wordt om zich te bekommeren om de belangen van alle Belgen.

Naar mijn mening had het aanleren van de andere landstaal van Oostende tot Virton vanaf de jaren zestig verplicht moeten worden.

In Franstalig België wordt het Nederlands binnenkort verplicht in de scholen. Vindt u dat een goede zaak?

Ja, dat is een heel goede zaak. Ons land heeft een uniek multicultureel karakter. Ik denk dat we die eigenheid maximaal hadden kunnen benutten, maar ik denk dat we historisch gezien verschillende afslagen gemist hebben. Naar mijn mening had het aanleren van de andere landstaal van Oostende tot Virton vanaf de jaren zestig verplicht moeten worden. Nu wordt het weliswaar verplicht, maar we hebben al zoveel kansen laten liggen om er ons voordeel uit te halen.

Intussen hebben we geen echte nationale pers en publieke opinie meer. Daardoor weten we niet meer wat er aan de andere kant van de taalgrens gebeurt, of wat de ander denkt. Ik hoop daarom dat deze maatregel het mogelijk maakt om deze divergentie die is ontstaan, te beperken, om de toenemende polarisatie tussen de twee kanten van de taalgrens tegen te gaan.

 

Welke politieke inzet is er volgens u nodig om het herstel van Wallonië te bevorderen?

Ik denk dat we een modernere mentaliteit moeten bevorderen om onze doelstellingen inzake economisch herstel te bereiken. De heersende mentaliteit in Wallonië staat de ondernemingszin te zeer in de weg. We moeten de waarde van de ondernemingszin onderkennen en succes waarderen en belonen, als we onze economische hersteldoelstellingen willen bereiken.

Daartoe moeten we volgens mij opnieuw investeren in arbeidsmarktgericht onderwijs, de manuele vaardigheden herwaarderen, en moeten we blijven investeren in competitiviteitsclusters.

In Zwitserland zien we dat de meeste jongeren boven de 16 jaar dit arbeidsmarktgericht onderwijs volgen en dat 85% binnen de drie maanden na het einde van hun studies een baan vindt.

Maar we moeten ook het imago van handenarbeid opsmukken. We moeten dit deels doen om nieuwe bedrijven aan te trekken, onder andere door een veel innovatievere benadering van belastingen, zelfs als dit betekent dat we een deel van dit beleid moeten regionaliseren.

Ik begrijp de Vlaamse irritatie ten aanzien van het onvermogen van ons, Franstaligen, om ons beleid te verbeteren.

 

Hebt u enig begrip voor degenen die de Walen de schuld geven van het feit dat er niet al te veel vooruitgang wordt geboekt (bv. werkgelegenheidsgraad enz.)?

Het klopt dat er in de Vlaamse verbeelding heel wat karikaturen over ons bestaan. Persoonlijk heb ik soms ook het gevoel dat aan Franstalige zijde de neiging bestaat om een aantal realiteiten te onderschatten of te banaliseren.

Ik begrijp dus de Vlaamse irritatie ten aanzien van het onvermogen van ons, Franstaligen, om ons beleid te verbeteren. We zijn ook niet altijd voorbeeldig geweest in het gebruik van onze middelen, we hebben te vaak geprobeerd om economische activiteiten in verval toch maar te blijven ondersteunen – te lang hebben we ontkend dat het om verloren zaken ging.

We zijn ook niet voorbeeldig als het gaat om het beheer van overheidsmiddelen; we leven boven onze stand. Deze mentaliteit moeten we veranderen.

Ik heb ook de indruk dat velen in Wallonië ervan overtuigd zijn dat België zal blijven bestaan, al weet ik niet of dit ingegeven wordt door naïviteit, of door de wens om resoluut positief te blijven.

Ik denk dat de mensen in Franstalig België staatshervormingen niet zien als een echte zorg voor het dagelijkse leven van de mensen, het wordt nog steeds gezien als het domein van politici. Maar een staatshervorming zou een manier moeten zijn om de levenskwaliteit van mensen te verbeteren, dus zouden ze het belang ervan moeten inzien. Daartegenover staat, helaas, dat de staatshervorming voor sommige Vlaamse partijen geen middel meer is, maar een doel op zich. En daar ligt het probleem.

De staatshervorming is voor sommige Vlaamse partijen helaas geen middel meer, maar een doel op zich. En daar ligt het probleem.

Indien u het burgemeesterschap van eender welke Vlaamse stad aangeboden zou krijgen, welke stad zou u dan kiezen?

Mechelen vind ik een stad met een mooie bestuurscultuur. Ze hebben een burgemeester die erin is geslaagd om de politici achter zijn beleid te scharen en het samenleven efficiënt te laten verlopen. Ik denk ook dat het een stad is die haar historisch erfgoed goed heeft weten te combineren met haar moderniteit.