Het separatistisch discours is voor een groot deel gebaseerd op foute premissen. We durven zelfs spreken van hardnekkige mythes. B Plus nam een aantal van deze mythes onder de loep en toont hun misleidend karakter aan.
De mythe van een Vlaamse stem die minder waard zou zijn dan een Waalse wordt hardnekkig in stand gehouden door Vlaams-nationalisten, het Vlaams Belang en N-VA.
Op de website van Vlaams Belang lezen we: “Het gaat hier om een aanfluiting van elke democratische logica en om een fundamentele onrechtvaardigheid die zal blijven bestaan zolang België bestaat.” N-VA omschrijft het als: “Verkiezingen in België: Niet elke stem weegt even zwaar”. Op sociale media circuleren tabellen die moeten bewijzen dat het aantal stemmen per zetel (in de Kamer, “het parlement”) verschilt tussen Vlaanderen en Wallonië. Daaruit zou moeten blijken dat men heel wat meer stemmen nodig heeft om een Vlaamse zetel te behalen dan een Waalse zetel.
Maar klopt dit wel? Is het huidige kiessysteem in België gecreëerd om de Vlaming te discrimineren? Neen, uiteraard niet.
Aantal te verkiezen zetels per kieskring
In België werken we met provinciale kieskringen. Het aantal zetels dat per kieskring verkozen kan worden, wordt toegewezen op basis van het totale aantal inwoners van die provincie (art. 63 G.W.). Dat is een belangrijk gegeven, want het maakt dat als een provincie meer niet stemgerechtigde inwoners telt (bijvoorbeeld -18 jarigen, EU of NAVO ambtenaren en diplomaten), blanco stemmers of kiezers die niet gaan stemmen, een zetel behaald kan worden met in verhouding minder stemmen. Op deze 3 punten scoren de zuidelijke provincies van België beter, of zo men wil slechter, dan het noorden.
In de Kamer van Volksvertegenwoordigers zijn er bij de verkiezingen 150 zetels te verdelen. Elke provincie zou voor elke 76.609 inwoners één zetel moeten hebben om helemaal evenredig te zijn. Elke provincie heeft echter meer zetels dan dat, met twee uitzonderingen. Namen heeft 489.204 inwoners en 6 zetels, dat is 1 per 81.534 inwoners. Waals-Brabant heeft 396.840 inwoners en 5 zetels, of 1 per 79.368 inwoners. Alle andere provincies hebben de zetels waar ze recht op hebben. Dit wil echter zeggen dat er 2 zetels over zijn. Die zijn gegeven aan Luxemburg (dat recht heeft op 3 zetels, terwijl ze er 4 hebben - één per 57.581,75 inwoners) en Limburg (dat recht heeft op 11 zetels, terwijl ze er 12 hebben - één per 71.952,08 inwoners).
Elke zetel in het parlement vertegenwoordigt dus in principe ongeveer evenveel inwoners van ons land. En dat is niet “fundamenteel onrechtvaardig”, maar een systeem dat in de meeste westerse democratieën ook gebruikt wordt. Bijvoorbeeld in Canada, Finland, Griekenland, Ierland, Luxemburg, Noorwegen, Oostenrijk, Spanje, Verenigde Staten (Congres), Zwitserland,… En in bijvoorbeeld Duitsland, Zweden en Portugal worden de zetels per kieskring toegewezen op basis van het aantal kiesgerechtigde kiezers. In Denemarken wordt dan weer de verdeling gedaan op basis van een mix van criteria: aantal inwoners, aantal kiezers en bevolkingsdichtheid.
Een ander systeem is de “first past the post”, zoals in het Verenigd Koninkrijk, waarbij per kieskring (ongeacht het aantal inwoners) de kandidaat met de meeste stemmen de zetel toegewezen krijgt. De stemmen voor de verliezende kandida(a)t(en) gaan dus ‘verloren’. Daardoor wonnen de conservatieven van Boris Johnson in 2019 een meerderheid in het parlement (55%) met een minderheid van de stemmen (40%). Of neem de verkiezingen voor de Amerikaanse Senaat, daar krijgt elke staat 2 senatoren toegewezen, onafhankelijk van hun inwonersaantal of het aantal stemmen. Zo krijgt California voor 40 miljoen inwoners 2 senatoren en 15 kleinere staten die tezamen 38 miljoen inwoners tellen, krijgen maar liefst 30 senatoren.
Diegenen die beweren dat men het aantal zetels per kieskring moet bepalen aan de hand van het aantal kiesgerechtigden of het aantal stemmen om een échte democratie genoemd te kunnen worden, hebben het bij het verkeerde eind en stellen de zaken foutief voor, bewust of onbewust.
Verdeling van de zetels na de stembusgang
Het zgn. systeem D'Hondt wordt gebruikt om in ons kiessysteem met evenredige vertegenwoordiging het aantal beschikbare zetels te verdelen in functie van de voor de deelnemende partijen geldig uitgebrachte stemmen. Victor D'Hondt (1841–1901) was een Belgisch jurist en wetenschapper. Hij was afkomstig uit een katholieke advocatenfamilie. Na een carrière als advocaat en vervolgens griffier, werd hij in 1885 professor aan de Rijksuniversiteit van Gent.
In de verdeling van de restzetels geeft het systeem D'Hondt een voordeligere behandeling aan de grotere partijen. Omdat er in Vlaanderen meer partijen zijn die de kiesdrempel halen dan in Wallonië, moet de taart in meer stukken worden gesneden. De grootste partij krijgt dus minder 'bonus' van ons kiessysteem, dat grote partijen bevoordeelt. Hoe meer partijen één of meer zetels halen, hoe minder restzetels de grotere partijen kunnen toegewezen krijgen. In Wallonië, met minder partijen, speelt dit veel minder, zodat het aantal zetels per partij er sneller oploopt.
Het systeem D’Hondt is blijkbaar zelfs een succesvol exportproduct. Het wordt namelijk ook in verschillende andere landen gebruikt: Bulgarije, Finland, Hongarije, Nederland, Portugal, Spanje, Suriname, Turkije, Zwitserland, Noord-Ierland, de Dominicaanse Republiek en zelfs de Europese Unie.
Conclusie
Het delen van het aantal zetels door het aantal behaalde stemmen, is iets doen waarvoor ons kiessysteem niet voor bestemd is. Het systeem van toewijzen van het aantal te verkiezen zetels per (provinciale) kieskring op basis van het aantal inwoners is niet de vrucht van een “anti-Vlaams complot”. De werkwijze wordt immers ook in vele andere westerse democratieën gehanteerd. Het wordt zelfs gebruikt bij de verkiezingen voor het Vlaams parlement. En het systeem D’Hondt dat na de verkiezingen de zetels in de kieskring toewijst aan de partijen, is zelfs door 11 andere landen én de EU gekopieerd.
Op dit moment zijn er in de Kamer van Volksvertegenwoordigers, 89 Nederlandstalige (59,33%) en 61 Franstalige zetels (40,66%) op een totaal van 150. Het Vlaamse Gewest telt 6,63 miljoen inwoners. Het Brusselse Gewest telt 1,20 miljoen inwoners waarvan zo’n 11% zich als Nederlandstalige identificeren via de aangifte in de personenbelasting. Dus op 11,49 miljoen inwoners in België maakt het totaal van 6,76 miljoen Nederlandstalige inwoners 58,85% uit. Ons systeem slaagt er dus vrij goed in om te doen waarvoor het is gecreëerd, namelijk het aantal zetels per inwonersaantal toe te wijzen.
Het punt is natuurlijk dat de leugen 'een Vlaamse stem is minder waard dan een Waalse' gewoon een zoveelste middel is om tweedracht te zaaien, terwijl diegenen die dit verkondigen er helemaal geen interesse in hebben om elke stem echt gelijk te doen tellen.