Het ontluiken van een nieuw jaar schept ook de ideale gelegenheid om terug te kijken op het vorige jaar. Als we dat niet meer doen, verliezen we immers de capaciteit om lessen te trekken uit het verleden. En dus ook om onze fouten in de toekomst niet meer te herhalen. Bij voorbeeld zijn alle politieke partijen, behalve PVDA, allemaal gesplitst op taalbasis in de tweede helft van de vorige eeuw. Is het niet legitiem zich af te vragen of de context waarin dat toen plaatsvond, vandaag nog wel dezelfde is? En dus om de zin van die splitsing vandaag in vraag te durven stellen?

Bij het begin van dit nieuwe jaar houd ik eraan ieder van u een gezond en gelukkig 2023 te wensen.  Het ontluiken van een nieuw jaar schept ook de ideale gelegenheid om terug te kijken op het vorige jaar. En om daar even over te reflecteren, alvorens opnieuw te worden meegezogen in onze dagelijkse routines. Als we dat niet meer doen, verliezen we immers de capaciteit om lessen te trekken uit het verleden. En dus ook om onze fouten in de toekomst niet meer te herhalen.

Moed

Maar om te vermijden dat we dezelfde fouten maken, is ook nog iets anders nodig: moed. De moed om van de reeds bewandelde paden af te wijken en het in de toekomst anders te doen. Waarbij we dan misschien wel nieuwe fouten maken (niemand is perfect), maar in elk geval niet meer dezelfde. “Insanity is doing the same thing over and over again and expecting different results.” Het is een quote die (terecht of niet terecht) dikwijls wordt toegewezen aan Albert Einstein. Die quote is zeker ook toepasselijk wanneer we kijken naar de politiek. Een gebrek aan moed leidt dus tot waanzin: laat dat vooral even binnenkomen en bezinken. 

Geloofwaardigheid

Een deel van de politiek liet zich de afgelopen maanden niet bepaald van zijn mooiste kant zien. Er was het débacle rond de begroting, waardoor een staatssecretaris moest opstappen op een manier die vragen oproept. Er zijn ook de problemen met extreem dure reizen en privileges die de voorzitter van het Waals Parlement zichzelf en zijn directe omgeving gunde. En dat uitgerekend op een ogenblik waarop de begroting diep in het rood gaat en veel mensen het moeilijk hebben om gewoon nog maar dagelijks rond te komen. En ook het Europees Parlement bleef niet gespaard van zijn eigen schandaal, dat nu al tot de verbeelding spreekt als men gewoon nog maar kijkt naar de grote hoeveelheden cash geld die gevonden werden.

Het oogt allesbehalve fraai dat politici, waarvan men verwacht dat zij het algemeen belang verdedigen, hun functie lijken te hebben misbruikt om zichzelf verrijken. Uitgerekend in de moeilijke economische en budgettaire context waarin we ons vandaag bevinden, is dat ronduit wraakroepend. Zoals steeds, zal ook nu het onderzoek zijn beloop moeten kennen, maar het staat nu al wel vast dat deze schandalen negatief afstralen op de politiek als geheel. Mochten het nu verkiezingen zijn, is de kans zeer groot dat de burger zich nog meer dan voordien van de politiek zou afkeren in het stemhokje. Helaas. Want het is niet dat er nog veel marge was. Het politieke gespin en de onderlinge aanvallen van de regeringspartners op elkaar hebben antipolitieke gevoelens zeker ook aangewakkerd. We schreven het al eerder: de burger verwacht vooral goed en eendrachtig bestuur. Polarisatie draagt daar, zeker in deze context, niet toe bij. Misschien moeten de partijvoorzitters hun spin doctors maar eens een lange vakantie gunnen.   

Gesplitste partijen

Bij het begin van het nieuwe jaar passen onvermijdelijk ook de nieuwjaarstoespraken. Daarbij doen ook de partijvoorzitters opnieuw hun duit in het zakje. Ze geven dan traditioneel hun visie op de toekomst. Of toch minstens op het komende jaar. Dat kan héél interessant zijn, zeker in een jaar dat voorafgaat aan een verkiezingsjaar, zoals 2024. Maar daarmee stelt zich tegelijk ook een probleem. Want de meeste van de visies die we horen, zijn afkomstig van partijen die zich slechts richten tot één enkele kant van het land, en meer bepaald tot de eigen taalgroep. Nochtans zijn er onder de 12 politieke partijen die momenteel vertegenwoordigd zijn in de Kamer van Volksvertegenwoordigers, slechts 2 die het einde van het land als hoofddoel hebben: Vlaams Belang en N-VA. Mogen we, zeker van de andere, niet-nationalistische politieke partijen, niet méér verwachten?

Het antwoord luidt natuurlijk en volmondig “ja”. Dat geldt zeker wanneer we vaststellen dat de twee partijen die zich aan de meest rechtse en de meest linkse zijde van het spectrum bevinden, en dus óók het Vlaams Belang, bij de verkiezingen van 2019 wel degelijk lijsten aan de kiezer voorlegden in het ganse land. Bij PVDA, een echte federale partij, is dat de logica zelve. En is dit ook in lijn met de leuze “We are One” die door de partij consequent en voortdurend in de markt gezet wordt. Dat ook Vlaams Belang overal in België opkwam, óók in Wallonië, is dan weer allesbehalve consequent. Dit lijkt eerder als doel te hebben om daardoor op nog meer partijsubsidies te kunnen rekenen, ten koste van de door henzelf nochtans zo vervloekte Belgische staat. De kans lijkt immers vrij klein dat hun strategie was ingegeven door het besef dat België alleen maar gesplitst kan worden via het winnen van voldoende zielen in beide landsdelen.

Wat er ook van zij, er bestaat geen enkele wet, geen enkele regel, die de andere partijen zou verbieden om exact hetzelfde te doen, en met name in het hele land op te komen. Dat zij dat op vandaag niet doen, is véél minder logisch dan dat zij dat morgen wél zouden gaan doen. Niet alleen laten zij op die manier de kaas van tussen hun brood eten door Vlaams Belang en PVDA. Maar verder, en meer principieel, zou het, voor wie ambieert om verantwoordelijkheden op te nemen voor het ganse land, op federaal niveau dus, de normaalste zaak van de wereld moeten zijn om zich in de kiesstrijd te verantwoorden tegenover en te presenteren aan de bevolking in het ganse land. En ja, dat geldt óók voor diegenen die België willen splitsen. Want ook die beslissing zou, constitutioneel gezien, op Belgisch niveau genomen moeten worden.

Het klopt dat de politieke partijen, behalve PVDA, allemaal gesplitst zijn op taalbasis in de tweede helft van de vorige eeuw. Het klopt zeker ook dat dat niet zomaar gebeurde. Máár, … is het niet legitiem zich af te vragen of de context waarin dat toen plaatsvond, vandaag nog wel dezelfde is? En dus om de zin van die splitsing vandaag in vraag te durven stellen?

Het taalconflict is naar de achtergrond verdrongen en overal zijn nieuwe generaties opgestaan die daar allang geen boodschap meer aan hebben. Universitair onderzoek uit 2019 (Universiteit Antwerpen, KU Leuven, de VU Brussel en aan Franstalige kant de UCL in Louvain-la-Neuve en de Brusselse ULB), gepubliceerd kort na de verkiezingen van mei 2019, wijst daarenboven uit dat de meningen van Vlamingen en Walen over de meeste hete hangijzers in de politiek in werkelijkheid véél dichter bij elkaar liggen dan men gewoonlijk denkt of voorstelt. 

Uit recent onderzoek (De Stemming, mei 2021) blijkt daarenboven dat 63% van de Vlamingen die staatshervorming belangrijk vinden, méér België wil. 24% van de Vlamingen zou zelfs gewonnen zijn voor een terugkeer naar een unitair België (Le Vif, juni 2021). En uit nóg recenter onderzoek blijkt dat de opinie van onze volksvertegenwoordigers meer en meer in de richting gaat van een herfederalisering van bepaalde bevoegdheden, in die mate zelfs dat de onderzoekers besluiten dat het erop lijkt dat het project van de regionalisering over zijn hoogtepunt heen is (CRISP, oktober 2022). 

Belgische publieke ruimte

Tot spijt van wie het benijdt, maar er bestaat dus wel degelijk óók zoiets als een Belgische gemeenschap. Een Belgische publieke opinie. Welnu, het is de verantwoordelijkheid van eenieder die op Belgisch niveau aan politiek wil doen, om er alles aan te doen om de nodige ruimte te creëren waarin deze gemeenschap, deze opinie zich kan uitdrukken. Maar zolang de meeste politieke partijen eraan blijven vasthouden om zich enkel te presenteren aan de kiezer in de eigen taalbubbel, zal er geen sprake zijn van een volwaardige Belgische publieke ruimte. En zullen de Belgische, federale verkiezingen verkapte sub-nationale verkiezingen blijven, waarvan men dan nadien telkens opnieuw de optelsom moet maken. Dat laatste lukt de laatste jaren, zoals we weten, alsmaar slechter. Ook de Europese verkiezingen zijn in wezen telkens slechts verkapte nationale verkiezingen. Europese partijen bestaan niet en geen enkele kieskring voor de verkiezingen van het Europees parlement overschrijdt de landsgrenzen. 

In systemen zoals datgene dat we ook vandaag bij ons kennen, zit een fundamenteel gebrek aan representativiteit ingebakken. Hoe noem je anders de toestand waarbij politici met een ministerportefeuille die hen bevoegd maakt voor het ganse land, voorgedragen worden door partijen die telkens consequent slechts in de helft van dat land opkomen? Het hoeft dan niet te verbazen dat sommigen vervolgens munt proberen te slaan uit deze situatie om het gevoel aan te wakkeren als zouden die politici niet langer de legitieme vertegenwoordigers van de kiezer zijn. Het is actueel immers zéér gemakkelijk om een beleid te voeren of standpunten in te nemen die enkel de eigen taalgroep behagen. Dat gebeurt dan ook te dikwijls in de praktijk en dus wordt daar logischerwijze ook om de haverklap kritiek op gegeven. 

De partijen die daar tegen willen ingaan, moeten ophouden het spel van de nationalisten mee te blijven spelen. De dag waarop ze stoppen dat te doen en waarop ze zich zullen aanbieden in het ganse land, met een boodschap van eendracht en de belofte van een bestuur dat alle Belgen ten goede komt, is de dag waarop zij de verkiezingen zullen winnen. En als ze het vervolgens niet effectief doen ook, dan kunnen ze er tenminste op afgerekend worden.

Mijn warme oproep aan ieder van u bij het begin van 2023 is dan ook om, samen met ons, alle partijen op te roepen hun verantwoordelijkheid in die zin op te nemen.

Gelukkig nieuwjaar!