De zes staatshervormingen hebben ervoor gezorgd dat ons land vandaag bijzonder complex in elkaar zit. Met de nodige gevolgen voor zowel de dienstverlening aan de burger als de wijze van besluitvorming. Recent maakte de coronacrisis dit pijnlijk duidelijk: we stoten op de limieten van de huidige versnipperde staatsstructuur. Ik pleit dan ook voor een vereenvoudigd België met minder overheid, minder regeringen, minder parlementen en een duidelijke bevoegdheidsverdeling! Welk beleidsniveau wat doet, moet worden bepaald door criteria zoals efficiëntie en nabijheid. Een staat hervormen is geen koehandel waarbij geleurd wordt met bevoegdheden en dergelijke oefeningen moeten in de toekomst dan ook gebeuren op een objectieve en wetenschappelijk verantwoorde wijze. Dit schrijft Tim Vandeput, federaal Volksvertegenwoordiger en burgemeester van Hoeilaart.

Ons land is te complex

Als de zes staatshervormingen ons iets geleerd hebben, is het dat het éénrichtingsverkeer in bevoegdheidsoverhevelingen naar de gemeenschappen en gewesten ons land ongelofelijk complex gemaakt hebben. Burgers, bedrijven en zelfs de politiek zien het bos door de bomen niet meer.

In tijden van crisis is gebleken dat duidelijkheid, snelheid en éénheid van commando essentieel zijn. Iedereen herinnert zich de negen (!) bevoegde ministers voor Volksgezondheid. Naast het alom bekende overlegcomité, dat in september is samengekomen om de energiecrisis te bespreken, bestaan er ondertussen méér dan zestien (!) Interministeriële conferenties (IMC). Deze zijn in het leven geroepen om de coördinatie te verzekeren tussen de verschillende overheden. Het is uiteraard een goede zaak dat er samenwerking en afstemming is maar het is bijzonder tijdrovend, weinig efficiënt en duur.

Dit uit zich bijvoorbeeld ook in het klimaatvraagstuk. Als we er als land niet in slagen om op klimaatconferenties met een gedragen standpunt te komen en concrete ambities naar voor te schuiven, dan is dat niet alleen slecht nieuws in de strijd tegen de opwarming van de aarde maar ook voor de positie en geloofwaardigheid van België op het internationale toneel. Er zijn gewoonweg teveel overheden bevoegd om het werkbaar te houden.

Voorbeelden

Om te duiden hoe absurd de situatie in ons land soms is, lijst ik een aantal voorbeelden op uit de praktijk.

Een transportbedrijf dat een vracht vervoert van Oostende naar Aarlen, en over de Brusselse Ring  rijdt, krijgt hiervoor van elk Gewest een kilometerheffingfactuur. Eén uit Vlaanderen, één uit Brussel en één uit Wallonië. Telkens met verschillende tarieven. Dit zorgt voor een hoop puzzelwerk en vele kleine transportbedrijven voelen zich genoodzaakt een extra administratieve kracht hiervoor in te zetten. De ondernemer en de klant betalen deze nodeloze rompslomp.

In mijn eigen regio is er de problematiek van de geluidsnormen voor de Luchthaven van Zaventem. Sinds de geluidsnormen bij de Gewesten zitten, hanteert het Brussels Gewest strengere geluidsnormen. Luchtvaartmaatschappijen waarvan de piloten de instructies van de verkeersleiding stipt volgen, krijgen vaak een boete boven Brussel. Sommige luchtvaartmaatschappijen doen om deze reden Brussel niet meer aan en wijken uit naar Rijsel, Parijs of Dusseldorf. Gevolg? Vele jobs, rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden met de luchtvaart, gaan bij ons verloren en ons land is zo een pak minder concurrentieel.

Voor kwetsbare burgers, denk maar aan mensen met bijzondere zorgnoden, is de administratie één groot kluwen geworden.  Het volstaat om te kijken naar het beleid ten aanzien van personen met een handicap. Het federale niveau zorgt voor de tegemoetkomingen en het inkomen, maar als mensen met een beperking willen werken of studeren moeten ze beroep doen op de gemeenschappen. Klachten over gebouwen die niet rolstoelvriendelijk zijn, moeten dan weer aan de gewesten gericht worden want zij staan in voor de toegankelijkheid van gebouwen. De drempel om deel te nemen aan het sociale en economische leven, om volwaardig deel uit te maken van onze samenleving, wordt zo verhoogd terwijl we net het omgekeerde moeten doen. Het interesseert mensen niet op welk niveau wat georganiseerd wordt, wel dat ze duidelijk, snel en efficiënt geholpen worden en dat is nu net wat onze complexe overheden te weinig doen.

Herfederaliseren is geen taboe

Meer dan acht jaar geleden wandelde ik voor het eerst de Wetstraat binnen. Nog maar spreken over herfederaliseren, bevoegdheden terug overhevelen naar het nationale niveau, was toen vloeken in de kerk. In 2015 lanceerde ik samen met MR-collega Christophe Dister, Burgemeester van buurgemeente La Hulpe, het initiatief ‘Plan BE’. Het centraal uitgangspunt van dit initiatief was ons land efficiënter te maken. We stelden, met een open blik, het éénrichtingsverkeer van bevoegdheden naar de regio’s in vraag. Sindsdien zie ik steeds meer mensen, binnen en buiten de Wetstraat, hierover nadenken. De taboesfeer ruimde plaats voor debat en dat kan ik alleen maar toejuichen. Verschillende parlementsleden binnen en buiten mijn partij beginnen zich hier nu bij aan te sluiten. Het Pact voor België werd door alle Belgische partijen ondertekend, behalve door N-VA en Vlaams Belang. Dit bewijst dat het besef voor een efficiëntere Belgische staat aan het groeien is. Want ik pas voor een zevende staatshervorming die nog meer versnippering en bevoegdheidsconflicten zal teweegbrengen.

Minder overheid, meer efficiëntie

Een volgende staatshervorming mag geen éénnrichtingsverkeer richting de deelstaten worden, maar een verhaal van staatsvereenvoudiging- en vermindering. De structuur van ons land moet eenvoudiger, sneller en goedkoper gemaakt worden. Eén bevoegdheid impliceert één bevoegde overheid. Dit zal leiden tot minder bevoegdheidsconflicten en vooral minder overheid en administratie! Vandaag leven de verschillende overheden en administraties naast elkaar en verrichten zij een hoop dubbel- of zelfs driedubbel werk.

Laat ons ophouden met bevoegdheden te gebruiken als pasmunt tijdens onderhandelingen. Dat is al meerdere malen nefast gebleken op de middellange termijn. Laten we als politiek naar onszelf kijken en het politieke apparaat hervormen!

Ons land telt 475 parlementsleden, 48 ministers en 7 parlementen. Geen enkel land heeft meer regeringen en parlementen per capita dan België. Globaal genomen kost het politiek apparaat ongeveer 670 miljoen euro en daar moet in de eerste plaats in gesnoeid worden. Kwaliteit boven kwantiteit, want we kunnen het gerust met wat minder doen. Dat betekent snoeien in het aantal parlementsleden en ministerposten. Maar ook een aantal parlementen moeten op de schop zodat we één federaal en drie gewestelijke parlementen overhouden.

Voor mij is wie waarvoor bevoegd is minder belangrijk. Wel zal ik blijven ijveren voor een eenvoudigere, snellere en goedkopere overheid. In het belang van de burgers en bedrijven. Want u, beste inwoner van de Dorpstraat en Kerkstraat in elke gemeente en stad, u ligt niet wakker van op welk niveau zaken geregeld worden. Wel van hoeveel het u kost en wat u ervoor in de plaats krijgt. De dienstverlening naar elke burger toe moet centraal staan bij het hertekenen van ons land.